skip to Main Content
Samenloop Loon- En Inkomstenbelasting Bij Meerdere Pensioenen: Drie Oplossingen

Samenloop loon- en inkomstenbelasting bij meerdere pensioenen: drie oplossingen

Loonheffing is een voorheffing van de inkomstenbelasting. Wanneer er te veel of te weinig loonheffing is betaald, dan wordt dit met de uiteindelijke verschuldigde inkomstenbelasting verrekend. Als er sprake is van een uitkering van verschillende pensioenen – die ieder op zich de schijfgrenzen niet overschrijden, maar als totaalbedrag wel – dan is de inhouding van loonheffing per definitie minder dan de verschuldigde inkomstenbelasting. Dit is bij veel pensioengerechtigden het geval. Hoe gaat de overheid de samenloop van loonbelasting en inkomstenbelasting bij meerdere pensioenen oplossen?

Vijlbrief komt met oplossingen

Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën heeft gereageerd op vragen over de samenloop van loonbelasting en inkomstenbelasting bij meerdere pensioenen. De staatssecretaris heeft drie oplossingen aangedragen om het verschil tussen de ingehouden loonbelasting en de verschuldigde inkomstenbelasting te verkleinen:

  • Het aanvragen van een voorlopige aanslag aan het begin van het belastingjaar.
  • Een wijziging in de toepassing van loonheffingskorting.
  • Een verzoek voor toepassing van een hoger tarief.

Oplossing 1: aanvragen voorlopige aanslag

De eerste oplossing die Vijlbrief aandroeg is het aanvragen van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting aan het begin van het belastingjaar (een zogenoemde EVA). Met het opleggen van een EVA wordt gedurende het kalenderjaar al inkomensheffing betaald. Hierbij wordt rekening gehouden met de AOW en eventuele aanvullende pensioenen. Op deze manier kan – in veel gevallen – een forse bijbetaling bij de definitieve aanslag worden voorkomen, omdat je het verschuldigd bedrag gespreid over het lopende kalenderjaar kan betalen.

Oplossing 2: toepassing loonheffingskorting wijzigen

Een tweede oplossing zou zijn om de uitkeringsinstantie te verzoeken om bepaalde loonheffingskortingen, zoals ouderenkorting, bij geen enkele inhoudingsplichtige toe te laten passen. Op deze manier is de kans op bijbetaling klein en de loonheffingskorting gaat hiermee niet verloren. Wanneer achteraf blijkt dat er geen gebruik gemaakt is van de loonheffingskorting, dan kan deze alsnog worden toegepast bij de aangifte inkomstenbelasting.

Oplossing 3: toepassen van een hoger tarief

Bij het toepassen van een hoger tarief wordt er een groot bedrag ingehouden, zodat het verschil tussen de verschuldigde inkomstenbelasting en ingehouden loonheffing kleiner wordt.

Hoe vaak wordt er gebruik gemaakt van de mogelijkheden?

Het aantal belastingplichtigen die op 1 januari van een kalenderjaar AOW gerechtigd is en uit meer dan één bron inkomsten uit vroegere arbeid ontving én aangifte inkomstenbelasting deed in de jaren 2017 tot en met 2019, bedroeg volgens de Staatssecretaris ongeveer 2,2 miljoen.

  • Bij de onderzochte groep van 2,2 miljoen AOW’ers met meer dan één inkomensbron, maakt 27% al gebruik van de EVA. Bij de groep met een verschil tussen de € 2.000 en € 7.000 (inkomensheffing en loonheffing), bedroeg dit percentage 63%. Bij een groter verschil dan € 7.000 was dit percentage 64%. Kortom: hoge bijbetalingen bij de definitieve aanslag wordt op deze manier dus al voorkomen.
  • Uit de groep van 2,2 miljoen AOW’ers met meer dan één inkomensbron wordt in 89% van de gevallen door één uitkeringsinstantie de loonheffingskorting toegepast. Zo blijkt uit onderzoek.
  • Volgens onderzoek zijn de meeste pensioenuitvoerders niet bereid om een hoger tarief in te houden.

Verbeteren van communicatie

Bovenstaande mogelijkheden zijn zeker niet nieuw, maar zullen wellicht bij de meesten nog niet bekend zijn. De Belastingdienst is bezig met het verbeteren van de communicatie over het onderwerp via de website. Onlangs zijn er een aantal pagina’s aangepast waarin de mogelijke gevolgen worden beschreven als er sprake is van samenloop van meerdere pensioeninkomens en hoe je preventief erge gevolgen kan voorkomen. De Belastingdienst bestudeert of er nog andere verbeteringen op het gebied van communicatie mogelijk zijn. Volgens Vijlbrief informeert de Sociale Verzekeringsbank de AOW-gerechtigden ook over dit onderwerp.

Heb je mijn hulp nodig?

Je moet de door Vijlbrief genoemde oplossingen zelf inleiden, want dat kunnen pensioenuitvoerders of de Belastingdienst niet voor je doen. Heb je hier nog vragen over of is het nog onduidelijk? Neem dan contact met mij op.

Groet,

Maura

Back To Top